Op bijgaande kaart staat Sentaurië (Centauria) op een prominente plaats. Zo’n vierhonderd jaar geleden begonnen de ontdekkingsreizigers vanuit Kaires aan hun grote reizen en ontdekten de westkusten van Oinodar die alleen in de tropen weelderige bossen kennen. Adan is nog steeds een favoriete bestemming voor de hedendaagse toerist. Een nieuw continent (lang en smal) staat helemaal rechts op de kaart: dit heet Barolat. Voor de goede orde: ten oosten van Barolat ligt de Peelcellarische Oceaan die men altijd de Westzee heeft genoemd in Kaires. Hier liggen ook de hoogste bergen: de toppen van de Kroonbergen ten oosten van Terek zijn hoger dan 10 kilometer. Er wordt gezegd dat de Barolatanen van elfen zouden afstemmen. De ontdekkingsreizigers uit Kaires konden pas na een lange strijd dit gebied onder controle krijgen. Toen was Arnundon al grotendeels gekoloniseerd. De zee ten westen van het smalle en bergachtige Barolat heet de Kristallijnse Oceaan. Deze strekt zich helemaal naar het zuiden uit langs de landen Lendhera en Arok naar de Poort van Kaidor in het uiterste zuidoosten van Yesad. Men zou dit het Azië van Calennius kunnen noemen. Landen met elk hun eigen cultuur die nog vaak op voet van oorlog met elkaar staan.
Kaires: dit werelddeel is vergelijkbaar met Europa. Er ligt een groot aantal landen, waarvan Hardeland (hoofdstad Beritz) en Etomnuyo (hoofdstad Dindalossa ) de grootste zijn. Luxor is een mengelmoes van Spanje en Italië, met het bijbehorende mediterrane klimaat. De zee tussen Kaires en Oinodar wordt de Deziress genoemd, vrij vertaald de Zee van Verlangen. Corniaghe is de hoofdstad van Normdor met Westerdam als grote havenstad. Dit is een vlak en groen land met alleen wat heuvels aan de Hardelandse grens. Dit land was vroeger veel groter en speelde een rol van doorslaggevende betekenis. Normische kolonisten reisden zelfs tot in Sentaurië en stichtten daar steden en dorpen, Gabhegen is de belangrijkste en grootste stad met Normische wortels. Het eilandcontinent Sentaurië bevindt zich hier recht onderaan op de kaart. Ongeveer 100 kilometer ten oosten van dit land ligt de internationale datumgrens. In feite bestaat Calennius maar uit drie continenten: een gigantische landmassa die Aider of Intirlenyus wordt genoemd en bijna de hele planeet omspant. Door dit continent heen loopt het Ringgebergte met een gemiddelde hoogte van 3.000 meter met uitschieters naar boven de 8.000 meter toe. Aider “begint” linksonder op de kaart, gaat dan naar het noorden toe, over de Noordpool heen en dan weer naar het zuiden toe aan de andere kant. Daarom ziet men op deze kaart een linker- en een rechterdeel. De nulmeridiaan van Greenwich loopt hier door de stad Rem in het land Sarenta heen. Het tweede continent is Baejir, dat is het Zuidpoolcontinent (met aanzienlijk minder ijs dan op Aarde). Het uitsteeksel links van het midden heeft zelfs een subtropisch klimaat en dit land heet Unggad. Khandalakzja is vanouds dé toegangspoort tot het Vorstland, vergelijkbaar met Aards Mumbai, alleen koeler. Het derde continent is Sentaurië. Er zijn ook nog enkele eilandgroepen op de kaart: de grootste archipel is Saurno ten zuiden van Yesad. Tussen de Susiaanse zuidkust (Tharsca) en Baejir ligt Peruvandië, strategisch op de scheiding tussen de Peelcellarische Oceaan en de Serene Zee die sommige calennologen een deelzee van een vierde oceaan beschouwen die zij de Zuidoceaan noemen. Ten noordoosten van Sentaurië liggen de Miriaden en tenslotte, op de evenaar de Paradia-eilanden, soms ook wel de Mid-Ornethaanse eilanden genoemd.
De continenten Aunor en Kaires zijn werelddelen met een gematigd klimaat en regelmatig neerslag (die naar het oosten toe afneemt). In Aunor zijn hoge bergen die het vormen van natiestaten belemmerd hebben. In feite zijn hier stadsstaten met ommelanden de belangrijkste bestuursvormen. Yesad en Timgulea (in het Normisch: Grootrijk van Timgulas) en Oinodar zijn overwegend droge gebieden met veel woestijn. Alleen in de tropische delen is deze woestijn trouwens te vergelijken met de Aardse Sahara. Meestal zijn het ruige droge landen, met gematigde temperaturen en veel zon. In deze gebieden is er bewoning rondom oases en andere gebieden waar water voorkomt of makkelijk te winnen is. Tharsca (het zuiden van Oinodar) lijkt nog het meest op Mars met terreinen waar de rotsen oranje of felgeel zijn. In delen van dit werelddeel komen zelfs nog oude kraterlanden voor. Grote delen van Etomnuyo zijn steppelanden in het zuiden, naar het noorden toe zijn er taigawouden en toendra’s. Dit geldt ook voor Noord-Arnundon, waar veel meren te vinden zijn. Fohorontok, oftewel De Riftstad is een 100 kilometer langgerekte stad die aanvankelijk uit de rotsen van de tafellanden is uitgehakt en waar je tot ver in Lauricidan kunt kijken. Uiteraard is De Riftstad tegenwoordig ook modern met wolkenkrabbers. Maar de mooiste wolkenkrabbers staan nog altijd in Malinquenda (sic). In Sentaurië tenslotte zijn bijna alle landschappen samengebracht als in een kaleidoscoop. (Sub) tropisch in het noorden, droge gebieden in het midden en langs de oostkust een gematigd klimaat. In het zuiden (in de “staart”) heerst één van de natste klimaten op Calennius, al zijn de neerslaghoeveelheden ruim 20% minder als op Aarde. Dit komt omdat er veel minder water is en de Calennische “oceanen” zijn ook kleiner dan op Aarde.